Staatssecretaris: aanvullende BTW vragen

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft aanvullende vragen beantwoord over de BTW-verhoging van 19% naar 21% per 1 oktober 2012. Op 6 augustus 2012 werden al de 14 meest gestelde vragen beantwoord. Daar zijn nu acht vragen bijgekomen (nr. 15 t/m 22). Daarin laat Weekers onder meer weten dat het klopt dat er twee verschillende overgangsregelingen zijn voor de (op)levering van onroerende zaken: er is een algemene overgangsregeling en daarnaast een specifieke overgangsregeling voor de (op)levering van aangekochte nieuwbouwwoningen. Weekers laat verder weten dat de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen ook van toepassing blijft als een nieuwe aannemer de rechten en verplichtingen overneemt die voortvloeien uit de vóór 28 april 2012 gesloten koop-/aanneemovereenkomst tussen een particulier en een aannemer die daarna failliet is gegaan. Over de uitvoering van het overgangsrecht kunnen ondernemers volgens Weekers praktische afspraken maken met de inspecteur van de Belastingdienst.

15. Klopt het dat er twee verschillende overgangsregelingen zijn voor de (op)levering van onroerende zaken?

Ja, dat is juist. Er is een algemene overgangsregeling getroffen voor de (op)levering van onroerende zaken. Daarnaast is er een specifieke overgangsregeling getroffen voor de (op)levering van aangekochte nieuwbouwwoningen.

16. Overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen. Vóór 28 april 2012 heeft een particulier een koop/aanneemovereenkomst gesloten met een aannemer voor de bouw van een nieuwbouwwoning die na 30 september 2012 wordt opgeleverd. Deze aannemer gaat vervolgens failliet. De particulier vindt een nieuwe aannemer die bereid is de woning af te bouwen. Blijft de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen van toepassing?

Ja, de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen blijft van toepassing als de nieuwe aannemer de rechten en verplichtingen overneemt die voortvloeien uit de vóór 28 april 2012 gesloten koop/aanneemovereenkomst tussen de particulier en de failliete aannemer.

17. Klopt het dat ook verbouwingen (zoals het aanbouwen van een serre en het aanbrengen van een dakkapel) van bestaande woningen onder de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen kunnen vallen als de overeenkomst vóór 28 april 2012 is gesloten, de levering tussen 1 oktober 2012 en 1 oktober 2013 plaatsvindt en de vergoeding in termijnen vervalt?

Nee, voor verbouwingen van bestaande woningen geldt de overgangsregeling voor de (op)levering van aangekochte nieuwbouwwoningen niet. Deze overgangsregeling voor nieuwbouwwoningen geldt alleen voor de (op)leveringen van nieuwbouwwoningen. De overgangsregeling voor onroerende zaken geldt daarentegen wel voor verbouwingen van bestaande woningen.

In de situatie dat een ondernemer ingevolge een vóór 1 oktober 2012 gesloten overeenkomst na 30 september 2012 een dakkapel heeft aangebracht tegen een vergoeding die in termijnen vervalt naarmate de verbouwing vordert betekent dit het volgende. Op de termijnen die op grond van de gesloten overeenkomst vóór 1 oktober 2012 zijn vervallen is het 19%-tarief van toepassing. Op de termijnen die na 30 september 2012 vervallen is het 21%-tarief van toepassing.

18. Een particulier koopt op 20 september 2012 een keuken bij een ondernemer. Partijen komen overeen dat de ondernemer op 1 november 2012 de keuken zal leveren en monteren in de woning van de particulier. De particulier doet een aanbetaling van 15% van de koopprijs. Het restant wordt betaald op 1 november 2012 nadat de keuken is gemonteerd. Is de aanbetaling van 15% aan te merken als een vervallen termijn waarop het 19%-tarief van toepassing is?

Nee, voorwaarde voor toepassing van de overgangsregeling voor onroerende zaken is dat op basis van een vóór 1 oktober 2012 gesloten overeenkomst termijnen vervallen naarmate de verbouwing vordert. Nu de keuken op 1 november 2012 wordt geleverd en gemonteerd wordt aan deze voorwaarde niet voldaan. Op de volledige koopprijs is het 21%-tarief van toepassing.

19. Is een ondernemer bevoegd de als gevolg van de tariefsverhoging meer verschuldigde btw te verhalen op de afnemer van de prestatie?

Ja, de ondernemer heeft een wettelijke bevoegdheid om de extra verschuldigde btw terug te vorderen van de afnemer van de prestatie. Dit geldt ook als de afnemer een particulier is.

20. Een ondernemer verricht een doorlopende prestatie die is aangevangen vóór 1 oktober 2012 en eindigt na 30 september 2012. De ondernemer zal pas in oktober 2012 een factuur uitreiken voor zowel het deel van de prestatie dat voor 1 oktober 2012 (19%) als voor het deel van de prestatie dat na 30 september 2012 (21%) plaatsvindt. Het softwarepakket van de ondernemer is niet ingericht op een dergelijke wijze van factureren. Mag de ondernemer in één envelop twee facturen aan de afnemer van de prestatie uitreiken? Eén volgens het huidige factureringssysteem tegen 19% en één aanvullende factuur met de extra verschuldigde btw van 2%.

Ja, dit is toegestaan onder de voorwaarde dat op de oorspronkelijke factuur enerzijds en op de aanvullende factuur anderzijds een verwijzing naar de andere factuur is opgenomen. De twee facturen samen vormen dan de voor de prestatie voorgeschreven factuur. De ondernemer kan ook gebruik maken van de praktische tegemoetkoming zoals opgenomen in vraag en antwoord.

21. Kunnen ondernemers met de Belastingdienst praktische afspraken maken over de uitvoering van het overgangsrecht?

Ja, ondernemers kunnen waar nodig hierover praktische afspraken maken met hun competente inspecteur van de Belastingdienst.

22. Geldt de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen ook voor ondernemers die nieuwbouwwoningen leveren die ingevolge een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst in opdracht zijn vervaardigd onder terbeschikkingstelling van stoffen, waaronder grond is begrepen en die na 30 september 2012 in gebruik worden genomen (integratielevering)?

Ja, de overgangsregeling voor aangekochte nieuwbouwwoningen geldt ook voor integratieleveringen. Hierbij kunnen twee situaties worden onderscheiden.

Situatie A Een woningcorporatie heeft op grond van een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst een aannemer de opdracht gegeven een aantal nieuwbouwwoningen te bouwen. De woningcorporatie stelt eigen grond ter beschikking aan de aannemer voor de bouw van deze woningen. De woningen worden vóór 1 oktober 2013 geleverd en in gebruik genomen door de woningcorporatie. In dit geval mag de aannemer tegen het 19%-tarief factureren aan de woningcorporatie. De (integratie)levering door de woningcorporatie is ook belast tegen het 19%­tarief.

Situatie B Een woningcorporatie heeft op grond van een vóór 28 april 2012 gesloten overeenkomst een aannemer de opdracht gegeven een aantal nieuwbouwwoningen te bouwen. De woningcorporatie stelt eigen grond ter beschikking aan de aannemer voor de bouw van deze woningen. De woningen worden op 1 januari 2014 geleverd en in gebruik genomen door de woningcorporatie. In dit geval mag de aannemer de termijnen die op grond van de gesloten overeenkomst zijn vervallen vóór 1 oktober 2013 factureren tegen het 19%-tarief aan de woningcorporatie. Op de termijnen die vervallen na 1 oktober 2013 is het 21%-tarief van toepassing. Voor de (integratie)levering door de woningcorporatie geldt dezelfde knip. Het 19%-tarief geldt voor de termijnen die op grond van de gesloten overeenkomst vóór 1 oktober 2013 zijn vervallen (inclusief de in de vergoeding begrepen kosten van de vóór die datum ter beschikking gestelde stoffen). Op de termijnen die vervallen na 1 oktober 2013 is het 21%-tarief van toepassing.